1948 t/m 1975; de periode van de professionele visserij
Kort na de oorlog gaf de urker vissersfamilie Kapitein opdracht tot de bouw van deze kotter, op dat moment -het is 1948- een voor Nederland nog relatief nieuw type motor-vissersscheepje.
Kennelijk hadden de Kapitein’s in die tijd zelf voldoende middelen om de bouw te bekostigen, want pas in 1953 wordt er voor het eerst hypotheek gevestigd op het scheepje.
Dit geld werd toen onder andere gebruikt ook om de ‘Boedertrouw’ opnieuw te motoriseren, want toen de kotter enkele jaren later werd verlengd kwam er een sterkere motor in dan de 120 pk- Kromhout waarmee deze bij de bouw was uitgerust.
Door de overstap naar een nieuwe manier van vissen -met boomkorren; stalen buizen voorzien van kettingmatten welke vlak voor de netten uit over de zeebodem worden voortgetrokken, toen een primeur in Nederland- was er al in de jaren ’60 opnieuw meer motorvermogen nodig; want toen in 1966 het scheepje werd doorverkocht naar de familie Veerman in Volendam stond er een Kromhout met 240 pk’s in de motorkamer.
En dat volstond toentertijd kennelijk voor de professionele visserij want de Veermannen laten het blok kort na de overname nog wel volledig reviseren, maar als de kotter in 1975 officieel wordt onttrokken aan de vissersvloot en als ‘gewoon’ zeeschip teboekgesteld wordt, staat diezelfde motor er nog altijd in…